Golf Players

“Ruben is de pechvogel van het voorjaar” | Wielerclub Wattage 22



Voor de laatste Wielerclub Wattage van het seizoen trommelt Ruben Van Gucht zijn clubleden op in Puurs. Tom Boonen, Jan Bakelants, Dirk De Wolf en Mark Uytterhoeven delen awards uit (beste renner/rensters, beste koers, de doorbraak, de Belg en de pechvogel) en strooien met straffe verhalen (Tom en zijn Audi, Dirk en Museeuw, Jan en Valverde en Mark en Steve Bauer).

00:00 intro
02:46 renner v/h voorjaar
06:44 koers v/h voorjaar
09:38 doorbraak v/h voorjaar
13:53 taaltips met Mark
15:52 verhaal van Jan
20:36 wattagemeter
26:02 verhaal van Tom
28:44 straffe stoot
31:28 renster v/h voorjaar
36:16 Belg v/h voorjaar
37:34 pechvogel v/h voorjaar
43:07 verhaal van Dirk
45:53 quiz
47:52 verhaal van Mark
52:35 vooruitblik
56:10 eindlied

Bekijk of beluister Wielerclub Wattage ook op:
– VRT MAX https://www.vrt.be/vrtmax/podcasts/sporza/w/wielerclub-wattage/#afleveringen
– Spotify https://open.spotify.com/show/0VJg7DXWiJKD8h2llGSWtj?si=9a42f5c003c7406c&nd=1
– Apple Podcasts https://podcasts.apple.com/be/podcast/wielerclub-wattage/id1674547972

Het is woensdag 24 april,
het voorjaar zit er helaas op.
Misschien wel goed. Het is lang
en zwaar geweest voor iedereen.
Zeker ook voor de commentatoren.
Want wat zeg je op het einde
van zo’n lang, zwaar voorjaar
als plots Danny van der Tuuk
in Luik-Bastenaken-Luik
door het beeld rijdt?
Danny van der ‘tuktuk’.
– Hahaha.
Danny van der ‘tuktuk’. Ja.
Het is duidelijk een lang voorjaar
geweest voor iedereen.
Alsof het nog niet volstond,
deed Renaat Schotte
daar nog een schepje bovenop.
Op de ‘broem-broem’ achter de rug
van motard Jens Debusschere.
Ja, het was een moeilijke zondag
voor iedereen.
Wij gaan in elk geval nog gas geven.
Een laatste keer alle registers open.
Beste mensen in Puurs, beste mensen
thuis ook, die kijken en luisteren:
hier zijn voor u Dirk De Wolf,
Mark Uytterhoeven,
Tom Boonen en Jan Bakelants.
Welkom allemaal. Welkom bij de club.
Wij willen iedereen bedanken
om massaal gebruik te maken
van het ‘Wielerclub wattage’-
contactcenter.
We hebben er helaas wel
enkele overwerkte medewerkers
aan overgehouden.
Maar we doen dat met de glimlach.
Een paar van de vragen
die zijn binnengekomen deze week:
Tom, plankgas met je Porsche
de Raidillon op
of plankgas solo
over de Carrefour de l’Arbre?
Plankgas solo
over Carrefour de l’Arbre. Ja, ja.
Vraagje voor Dirk.
Je mag commentaar geven
bij één wedstrijd op de kalender.
Welke wil je nog eens doen?
– Luik-Bastenaken-Luik.
La Doyenne, sowieso.
Vraagje voor Jan.
Hoe was het om helemaal naar Spanje
te moeten vliegen
en vervolgens te eindigen
op anderhalf uur van bompa Valverde?
Haha. Daarover later meer.
Geen antwoord.
Tot slot nog eentje voor Mark.
Gaat Mark Uytterhoeven zijn volgende
vakantie door in De Moeren?
Ik ga naar De Moeren.
Ik ben nog nooit naar De Moeren
geweest eigenlijk.
En ik vraag mij af: als iemand
naar De Moeren gaat, als man,
mag je dan je vrouw meenemen?
Ben jij al naar De Moeren geweest?
– Nee, nog niet.
Laten we het samen ontdekken.
Misschien moeten we met het hele
gezelschap eens naar De Moeren gaan.
U luistert naar ‘Wielerclub wattage’,
aflevering 10 van seizoen 2.
De laatste van het seizoen vanuit
een volgelopen cc Binder in Puurs.
Ja, heren. Geen paniek uiteraard.
Volgend voorjaar komen wij terug
op 10 ferme locaties,
maar eerst gaan we nog een uur
debatteren over de koers.
Als het erop zit, Mark, keer je dan
terug in vrijwillige ballingschap
in Frankrijk?
– Ja.
Gewoon… Den hof af.
We hebben geen tuin.
De oprit af.
Maar kom eens langs.
Graag.
Maar je moet het wel vinden,
natuurlijk.
Klinkt als een grote uitdaging.
Het voorjaar van 2024 bij de mannen
klonk ongeveer als volgt.
Tadej Pogacar.
81 kilometer staat er nog.
Philipsen.
Philipsen kan Sanremo winnen.
Philipsen wint.
Een zware val.
Oei, Pedersen ligt daarbij.
Van Aert. Woud van Aert ligt hier
helemaal geschaafd.
Mathieu van der Poel wint
als wereldkampioen
de 108e Ronde van Vlaanderen.
Hij komt. Hij komt. Hij komt.
Hij komt en hij vliegt.
Hij pakt zijn tweede monument
van het seizoen.
Na de Ronde van Vlaanderen
komt Parijs-Roubaix
er ook nog eens bovenop.
Tadej Pogacar wint
voor de zesde keer in zijn carrière
een monument
en plaatst zich daarmee
naast Mathieu van der Poel.
Pogacar is een monster op een fiets.
Beste leden van ‘Wielerclub wattage’,
wij willen jullie finale oordeel.
We gaan een aantal fictieve awards
uitreiken in deze uitzending.
Ik wil jullie conclusie horen,
en die gaan we delen met Vlaanderen.
Straks de renster van het jaar, maar
eerst de renner van het voorjaar.
Wie mag zich de renner
van het voorjaar noemen?
Mathieu van der Poel.
– Toch? – Toch. Waarom niet?
Omdat er ook iemand als Pogacar
de Strade heeft gewonnen,
vier ritten en het eindklassement
in Catalonië,
Luik-Bastenaken-Luik.
Maar we praten toch niet
over Catalonië?
Catalonië niet.
– Mogen we ook ex aequo’s noemen?
Nee, je moet tot één naam komen.
– Ik heb Van der Poel gekozen.
Is er iemand die daar
niet mee akkoord gaat?
Dat is moeilijk te vergelijken.
Het is nek aan nek voor mij.
Ik kan niet kiezen.
Mensen als Philipsen, winst
in Milaan-Sanremo, Brugge-De Panne,
of Jorgenson, Parijs-Nice,
Dwars door Vlaanderen,
zetten we daar een trapje onder?
Op zijn niveau,
als je het relatief maakt
en bijvoorbeeld deelt
door de totale hoeveelheid talent
die ze hebben meegekregen,
is Jasper Philipsen voor mij
misschien wel
de man van het voorjaar.
Dat is de Vlaamse man
van het voorjaar.
Die komt straks nog. De Belg van het
voorjaar, daar komen we nog toe.
Maar dus: Van der Poel en Pogacar,
mogen we concluderen,
dat dat de twee jongens zijn
die het voorjaar gedomineerd hebben?
Ja. Het is inderdaad
niet te vergelijken.
Maar we zijn verplicht.
Vandaag zijn we voor een keer
verplicht.
En bovendien rijden ze nooit
tegen elkaar,
behalve vorige zondag.
En dan weten we vooraf
dat ze eigenlijk toch
niet echt tegen elkaar rijden.
Dat is juist. Ze boksen
in een andere gewichtsklasse
en focussen op andere wedstrijden.
Dat heb ik toch het meeste gemist
dit voorjaar. Duels.
Inderdaad.
Het zijn prachtprestaties,
ongelooflijk wat die gasten doen,
maar er zijn weinig mooie
wedstrijden geweest bij de mannen.
Altijd van heel ver…
– Solo’s.
We bleven een beetje
op onze honger zitten.
Maar we moeten het toch officieel
doen op een of andere manier.
We hebben dus ook
een juryvoorzitter nodig.
Voelt iemand zich geroepen?
– Die kleine daar.
De juryvoorzitter heeft altijd
het finale woord.
Hij luistert goed,
heb je dat al gezien?
Ja, chef.
Hij luistert goed.
Je verwijst naar ‘Special forces’,
het programma waar Jan Bakelants
aan heeft meegedaan.
Dat is nochtans de eerste keer
dat ik hem zie luisteren.
Dat was ook de eerste keer dat ik hem
in een witte onderbroek heb gezien.
Maar daarover later meer.
– Absoluut.
Aanvaard je de taak
van juryvoorzitter? – Oké.
Waar is mijn hamer?
We gaan er zo meteen
een gitarist bij halen.
Dan gaan we een deuntje spelen,
en dan mag je telkens bekendmaken,
in elke categorie en na rijp beraad,
wie renner van het voorjaar
is geworden.
Ben je er klaar voor?
– Ik voel me net Jan Peumans.
Hetzelfde formaat inderdaad.
Gaat men de juryleden volgen
of cavalier seul spelen?
Het woord is aan de voorzitter.
We hebben wel ergens
een muzikant lopen, denk ik.
Ik zal de woorden
‘En de winnaar is…’ uitspreken
en dan laten we de muzikant
even iets spelen.
Ik hoor hem al. En de winnaar is,
renner van het voorjaar…
Mathieu van der Poel.
– Alstublieft. Dat is dan geregeld.
Applausje voor Mathieu van der Poel.
Volgende categorie
waarover we het moeten hebben,
en dat gaat dan meer
over de wedstrijden…
Je hebt al een tipje van de sluier
opgelicht, Tom.
…is de koers van het voorjaar.
Is er dan toch
in al die wedstrijden eentje
waardoor je wel begeesterd was?
Maar ja, begrijp me niet verkeerd,
dat waren allemaal
prachtige wedstrijden,
tot op het moment dat iemand
voor een heel lange solo vertrekt.
Dan is het leuk
als je twee of drie renners
van ongeveer hetzelfde kaliber hebt
die dan toch nog ergens
een finale rijden tegen elkaar.
En dat was nu niet.
Als je sterk genoeg bent
om dat te doen,
is dat prachtig om naar te kijken,
maar het was niet spannend.
Dat is juist. Wat was voor jullie
dé koers van het voorjaar?
Voor mij de Ruta del Sol.
Een vijfdaagse rittenwedstrijd
van vijf kilometer.
Dirk en ik hebben ons al
ingeschreven voor volgend jaar.
We gaan op hoogtestage op de Teide,
want je zal maar een klop krijgen
na vier kilometer.
Ik was dat al vergeten. Dat is juist.
Parijs-Roubaix, de Ronde
van Vlaanderen, dat is elk jaar.
Maar een vijfdaagse rittenkoers van
vijf kilometer, nooit meegemaakt.
En allemaal dankzij de boeren.
Dus jij zit erachter.
Sowieso. Ik heb ze nadien massaal
gesteund in de uitzendingen.
Ik heb toch een paar dingen
opgeschreven.
We hadden lange solo’s in de Strade,
de Ronde van Vlaanderen,
in Roubaix,
ook in Luik-Bastenaken-Luik.
Spanning was er wel in Sanremo.
– Inderdaad.
De beste 10 minuten van het voorjaar
waren zonder twijfel
de laatste 10 minuten van Sanremo.
Bevooroordeelde partij.
– How, wacht nu eens.
Daar wil ik toch de jury overrulen.
Hij zat daar wel met
puntje, puntje, puntje, hè. Jantje.
Puntje, puntje, puntje?
Onze kameraad Michel.
– Ah.
Maar ik was nog niet helemaal klaar.
In de Omloop hadden we een
onvoorspelbare winnaar met Tratnik.
In Gent-Wevelgem hadden we eigenlijk
min of meer het enige duel
dat we in het voorjaar gezien hebben.
Met Pedersen en Van der Poel.
Enfin, ik geef maar de context mee.
Oei. En toen werd het stil.
Ja, nee, ik vond Milaan-Sanremo
eigenlijk ook geen duel.
Er was wel een grote kopgroep.
Op twee kilometer
konden er nog veel winnen.
Superspannende finale.
– En ook spannend: er won een Belg.
Uiteindelijk zijn we daar
het dichtste bij een duel gekomen.
Pogacar was daar, Van der Poel…
Philipsen was sterk.
Die werd ook nog tweede
in Parijs-Roubaix, dus…
Als je kijkt naar alle klassiekers,
was dat degene
met de meeste spanning
en met de meeste grote namen
aan de start.
Maar je moest het commentaar
van Jan Bakelants erbij nemen.
Dat is waar.
Ik begrijp dat dat een opdracht is.
Maar er toch even
fijntjes aan herinneren:
ik ben niet op een fout
betrapt geweest.
‘Betrapt geweest’ zijn twee
voltooide deelwoorden. Eén volstaat.
Bam. En direct die uppercut terug.
Enfin. Meneer de juryvoorzitter,
het is weer aan u.
Ik spreek de woorden uit,
en daar zal een muziekje onder komen.
En de winnaar is…
Koers van het voorjaar?
Milaan-Sanremo.
We gaan er nog eentje nu doen,
we spreiden het uiteraard ook wel.
De doorbraak van het voorjaar.
Ook een interessante categorie.
Wie heeft jullie aangenaam verrast
van wie jullie het niet meteen
verwacht hadden?
Ik heb opnamen opgeschreven. Morgado,
Pithie, Van Eetvelt, Van Gils…
Voor mij is dé doorbraak
van het voorjaar het sleutelbeen.
Dat is heel vaak doorgebroken.
– Ja, dat is waar.
Maar laten we het bij renners houden.
Goeie kandidaat wel.
Maxim Van Gils.
Maar die was vorig jaar al goed.
Vorig jaar was hij negende, tiende,
nu was het derde, vierde.
Dat is toch al wel anders.
In de grote koersen: de Strade, de
Waalse Pijl en Luik-Bastenaken-Luik.
Van mij mag het Van Gils zijn.
Dat snap ik, maar de verwachtingen
waren vorig jaar al geschapen.
Wij wisten al dat dat
geen gewone pannenkoek was.
Wat doen we met Van Eetvelt?
– Gekwetst.
Nee, maar hij wint wel de UAE Tour.
We moeten streng zijn.
Hij heeft een enorm goede start
van het seizoen gehad,
maar dan is van Gils hem wel
voorbijgestoken. Voor mij, hè.
Ik moet oppassen voor de jury.
Maar Van Eetvelt is nog jonger
dan Van Gils.
Als we praten over een doorbraak,
ja…
De Franse nouvelle vague.
De Franse nouvelle vague?
– Een nieuwe golf, wil dat zeggen.
Ja, die Fransen
staan er plots met…
Ah, je wil het groter gaan bekijken.
– Ja, het is opvallend.
Hoelang is dat geleden,
dat er nog zoveel jonge Fransen
plots doorbraken?
Romain Grégoire, Laurance,
Vauquelin,
Lenny Martinez, als ik dat nog
niet gezegd heb. Er is er nog een…
Enfin, het zijn er heel wat.
En dat is wel opvallend.
Is er dan één iemand van
die nouvelle vague die in staat is
om nog meer indruk te maken
dan de namen die we hebben?
Pithie, Morgado, Van Eetvelt?
Ja, Vauqelin heeft op zijn manier
wel echt gescoord.
Dat kun je gerust zetten
naast wat Pithie gedaan heeft.
Pithie heeft veel in beeld gereden,
maar uiteindelijk
weinig conversie gekend.
In Kuurne werd hij er dan toch weer
net uit gereden.
In de Ronde van Vlaanderen ook.
Maar… Gent-Wevelgem.
– Morgado wint afgelopen weekend.
Morgado wint, ja. Ook heel straf.
Ook tweede in de Samyn.
Veel kleinere koersen. Hij werd wel
vijfde in de Ronde van Vlaanderen.
Dus eigenlijk voor Pithie daar.
Allee, kom.
Ik ga de beslissing maken.
Nee, als er nog iemand
een argument heeft…
En wat te doen met Del Toro?
Del Toro?
– Ook sterk.
Daar ben je fan van, hè?
Een Mexicaan op een velo, dat is…
– Mexicano.
Raúl Alcalá.
Zeg, jij noemde onmiddellijk Pithie.
We hebben hem
in de kasseiklassiekers
geweldige dingen zien doen.
Je ziet dat er een motortje zit
in die jongen.
Die heeft carrure, die is jong,
die wilt, die durft.
En dat is iets wat ik heel graag zie
bij dat soort renners.
Hij durft. Hij heeft bijna iedere
wedstrijd voorop gereden
en is een paar keer met zijn kop
tegen de muur gelopen,
maar ik vond dat
een heel mooi voorjaar
voor iemand die niet van hier is.
Zo’n kerel van wie je zegt: haal die
zo snel mogelijk in je ploeg?
Dat is een basis
waarmee je verder kunt, ja.
Dat is iemand die jij
de komende jaren d’office,
als hij gespaard blijft van pech
natuurlijk…
Als je er zo twee of drie hebt
in een ploeg, ben je goed bezig.
Oké. Maar inderdaad, onze
juryvoorzitter zal een oordeel vellen
als iedereen uitgesproken is.
Kijk naar zijn gezicht.
Hij heeft er geen probleem mee.
Hij velt graag oordelen, hè?
Het finale oordeel,
meneer de voorzitter.
Doorbraak van het voorjaar?
Antonio Morgado.
Morgado.
Vraag dat hoe aan hem.
Wij gaan even…
Wij gaan er niet meer
over discussiëren.
Dat is hier bijna gedaan, zeker?
Misschien kunnen de mensen
van data hierachter
bij de verschillende mensen
die we hebben vernoemd
bij Doorbraak van het Jaar
straks zeggen
wie in de Wielermanager
de meeste punten
heeft opgeleverd.
Tegen het einde van de uitzending
komen we erop terug.
Wat gaan we doen?
Ik heb het niet begrepen.
We gaan Pithie, Morgado, Grégoire,
Laurance, Van Gils…
Van Gils vind ik
geen doorbraak van het jaar.
…Van Eetvelt.
Baken het een beetje af,
hè Bakelants.
Dan denk je: we zijn bijna klaar,
begint hij daar weer over.
Enfin, ze hebben het gehoord,
we werken eraan.
Ik probeer straks iets mee te geven.
De verspreking van het voorjaar
had ook een categorie kunnen zijn,
want de commentator
van de commentatoren
is natuurlijk een begrip geworden
in geen tijd.
Niemand was nog veilig
de voorbije weken.
Iedereen met een microfoon
sidderde en beefde,
want Mark Uytterhoeven heeft
zijn vergrootglas bovengehaald.
En dat is deze week
helaas niet anders.
Jij zei hiernet: Bakelants…
Er heerst bij alle Nederlandstalige
wielercommentatoren
een verschrikkelijke vlaag,
een plaag van woordspelerigheid:
woordspelingen
met namen van renners.
Een kort voorbeeld.
Cortina. Van ‘kortina duur’,
die inspanning.
Begrijp je het?
– Ja, ik begrijp het.
Het ene na het andere. Marc
Van Ranst is een wielerliefhebber.
Hij spreekt van een pandemie.
Er worden zoveel woordspelingen
gemaakt met rennersnamen
dat ik een strenge selectie
heb moeten maken.
We beginnen met een renner
met een wel heel verleidelijke naam:
Oscar Onley.
Oscar Onley.
Ja, hij houdt van alleen.
Ik wou hem niet maken.
– Sorry, Michael.
Elena Hartmann, een Zwitserse.
Een hardrijdster ook.
Ze heeft haar naam niet gestolen.
Bol heeft de bollentrui.
– Ja.
Toch een straf nummer
van Liam Slock.
En dat scheelt dan toch
een slok op de borrel.
Slock gaat die manier
aan de kant.
Ja. Hij wordt opgeslokt.
De gevoelstemperatuur op de fiets
zal echt heel slecht zijn.
Het zou iets geweest zijn
voor Edvald Boasson ‘hagel’.
‘Tiesj’ koud.
– Het is inderdaad koud.
Kraak doet het wel netjes.
– Ze kraakt niet, hè?
Die lag voor de hand.
– En ik heb hem toch gemaakt.
Ja. Er zijn veel mogelijkheden,
dat is duidelijk.
Waar wij het voorbije voorjaar
ook aandacht aan besteed hebben,
zijn straffe verhalen. We maken er
nog een keer gretig gebruik van.
Te beginnen met deze man.
Luik-Bastenaken-Luik is gedaan.
Het is tijd voor vakantie.
Ik ben heel benieuwd
naar het verhaal van Jan Bakelants.
Hopelijk zat hij daar niet
in zijn witte onderbroek.
Het is up-to-date.
Het wordt geüpdatet.
Ja, ja. Ik wist
dat het zou terugkomen.
Vorige week was er eentje
met attributen.
Met Parmezaanse kaas.
Heeft Gilbert je nog gebeld?
Nee, nee. Het is kalm gebleven.
Hij had het precies nogal druk met
het openen van zijn wielercentrum
in Remouchamps.
Hij had belangrijkere zaken te doen.
Welk verhaal ga je ons
deze week wijsmaken?
Het was trouwens
ook een fictief verhaal.
Dat is juist.
Deze keer…
We hebben het er net al over gehad.
Ik ben helemaal naar Spanje
gevlogen, naar Berria,
om daar een gravelwedstrijd
te gaan rijden.
Valverde was er ook. Ik dacht:
blij weerzien met mijn oude collega.
Het was een speciaal parcours.
25 kilometer bergop, dan een
circuit op een plateau op 2000 meter
en dan gewoon naar beneden.
De start was goed.
Alles verliep voorspoedig.
Ik zat in het tweede groepje,
rond de 10e plaats,
achter een groep met Valverde.
Met een man of vier was dat.
Alles goed.
Drie minuten na Valverde,
dat was volledig volgens plan.
Ik dacht dat ik dat bergaf misschien
nog zou kunnen recupereren.
Maar dat plateau lag heel hobbelig.
En de miserie begon.
We stonden daar echt in de pampa’s
daarboven.
Er was niks.
Er was geen gsm-ontvangst.
En ik rij om te beginnen lek.
– Probleem.
Ja, probleem. Proberen te maken,
dat ging niet vlot.
Na veel vijven en zessen
rij ik door.
Maar daarboven lag dat plateau
heel hobbelig.
Geen spanning op de ketting.
De ketting heeft overal gehangen,
behalve waar hij moet hangen,
op mijn plateaus.
Heel vervelend.
Heel veel moeten stoppen.
En op de duur, ik weet niet
hoe het gebeurd is,
maar een viervoudige kettingknoop
in mijn ketting.
Een viervoudige kettingknoop?
– Ja, dat kan je hebben.
Ik weet ook niet hoe het gebeurd is,
maar ik stond daar,
in the middle of nowhere, met mijn
ketting die niet meer mee wilde,
met een probleem waarmee ik tot op
heden nog niet geconfronteerd was.
En er zat niets anders op
dan te voet naar…
Compostela.
– Zo’n post te trekken.
En daar proberen uit te leggen
in het Spaans dat ik hulp nodig had.
Hoe zeg je dat in het Spaans?
Ik heb hulp nodig?
‘Hulpos’.
En heeft het gewerktos?
Ze zeiden: Wij kunnen zenden autos,
maar we weten niet wanneeros.
Groot probleem dus.
Uiteindelijk toch een barmhartige
Samaritaan gevonden
die mij enigszins kon helpen,
maar ook dat was geen ding.
Waar gaat dit verhaal naartoe?
– Naar beneden.
We zijn weer begonnen.
Er zat niets anders op
dan me laten oppikken met een auto.
En in die auto ben ik
zo lastig geworden op mezelf
dat ik inderdaad helemaal
naar Spanje was gevlogen voor niks.
Dan heb ik gedacht aan de woorden
van Tom vorig jaar hier:
Wij rijden met een goed systeem,
daarmee heb je dat nooit mee.
Classified.
Ik heb Tom onderweg nog gebeld
om te zeggen
dat het wel genoeg was geweest,
want dit wilde ik geen twee keer
voorhebben.
Niet in een wedstrijd en
zeker niet binnenkort in Unbound.
Daarom heb ik me laten adviseren
om te gaan rijden met Classified.
Dus eigenlijk is het geen verhaal,
maar een promopraatje.
Tuurlijk.
– Nee, nee.
Het verhaal is dat Jan zich voor
de eerste keer ooit laat adviseren.
Dat zegt hij. Goed dat jij
die conclusie er nog uit trekt.
Eigenlijk is de vraag:
geloven we dat Jan Bakelants
echt hulp heeft gezocht?
Op welk vlak zeggen we niet,
maar dat hij Tom Boonen heeft gebeld
met de vraag:
kan je iets doen voor mij?
Is dat de samenvatting?
– Ja.
Zo kun je het min of weer
samenvatten.
Maar het mooiste moet nog komen:
ik ben op drie kilometer
van de meet opgestapt
om nog op anderhalf uur van Valverde
binnen te komen.
Maar uiteindelijk heb je niet
de hele wedstrijd gereden? – Nee.
Valsspeler, vent.
Hij heeft nog bedrogen ook.
– Echt waar…
Misschien is dat wel het straffe
verhaal. Wie gelooft Jan Bakelants?
Je hoeft hem niet te geloven,
voor alle duidelijkheid.
U mag uw hand opsteken
als u Jan Bakelants gelooft.
Tom Boonen nog gebeld…
Toch niet te veel. – Nee, weinig.
Ik heb er te veel verzonnen.
Dat is ook een probleem
met die gravelwedstrijden.
Een renner van ons team heeft daar
een nekwervel gebroken
de week voordien.
En je kunt daar niet bij, hè.
– Nee.
Ze hebben die
met een motor weggereden.
Ze wisten nog niet wat hij had,
en hij bleek dan een nekwervel
gebroken te hebben.
Daar gaan nog eens accidenten
gebeuren, met andere woorden.
Enfin. Een van de hoogtepunten
van het wielervoorjaar,
daar gaan we nu tijd en plaats
voor maken.
De onderlinge strijd tussen de leden
op het scherp van de snee,
mogen we toch wel zeggen,
in ‘De wattagemeter’.
Ik was altijd een slechte verliezer.
Ik verloor namelijk zeer weinig.
Ik was een winnaar.
Maar waar winnaars zijn,
zijn er ook verliezers.
Ook in ‘De wattagemeter’.
Nietwaar, Dirk De Wolf?
Je voelt de bui natuurlijk al hangen.
Ik heb bewust de eindstand
in onze minicompetitie niet gedeeld.
Dat moment wil ik hier
met jullie samen beleven.
Mark, hoe denk je
dat het afgelopen is?
Zeer slecht.
Of het interesseert je
gewoon niet echt.
Tom, koester jij nog een beetje hoop?
– Nee, nee.
Ik heb zwaar gegokt
omdat ik explosief wou winnen.
En ik heb zwaar explosief verloren.
De man die natuurlijk sinds dag één
de rode lantaarn in handen heeft,
het kon tactiek geweest zijn, maar
dat was het niet, is Dirk De Wolf.
Dat weerhield hem er ook niet van
om week na week straffe uitspraken
te doen in deze rubriek.
Jean, hoe groot is de ambitie
om het te winnen?
We gaan voor het hoogste.
Tom?
– Ik krijg er nu al stress van.
Ik snap er tot nu toe niks van.
Dirk?
– Ik ga winnen.
Jij gaat winnen?
Mag ik ook eens winnen?
– Van mij mag alles.
Ik heb vier coureurs voor zaterdag.
Grote klassieke doorbraak
van Jasper Philipsen,
die zijn eerste monument,
zijn eerste klassieker wint.
Ik was vergeten te transfereren.
– Ah, vergeten.
Je bent nog altijd laatste, Dirk.
Beloof je dat je volgende week
niet meer laatst staat?
Ja.
Dirk, jouw aangekondigde offensief…
– Ja. Het komt er.
De fiere eigenaar van de rode
lantaarn sinds dag 1 is Dirk De Wolf.
Ik heb mijn punten niet geteld.
Jan heeft me dan onderbroken.
Het was nog juist ook.
Ik heb toch geprobeerd.
Maar ik heb wel al
het restaurant besteld.
Ja, Dirk.
Wat heb je nu nog te zeggen?
Dat het restaurant besteld is.
En als Boonen nog veel zo
naar mij kijkt met een smoeltje,
kan hij een pannenkoek
bij ons thuis komen eten
en niet meegaan op restaurant.
Dat is simpel.
Ik? Ik ben hier
jouw enige medestander.
Ik ben de enige die niets verkeerds
gezegd heeft.
Ik hou jullie niet langer
in spanning. De laatste trakteert.
Dit is de eindstand
in ‘De wattagemeter’ editie 2024.
Dirk, het is goed dat je
het restaurant gereserveerd hebt.
Verdomme, die 100 punten, hè.
Ik zal zelfs meer zeggen…
De mensen kennen het verhaal
misschien niet.
Ploeg twee… Jij bent uiteindelijk
nog haar positie 2 gesprongen
na Luik-Bastenaken-lijk
met SchatGPT.
Ik was op dreef
in de Waalse klassiekers,
ondanks alle geblesseerden.
De 100 punten van Milaan-Sanremo…
– Je had kunnen winnen, Jan.
Dat is gemakkelijk gezegd, hè.
Nee, maar dit was echt een dommigheid
van hem.
Hij had Jasper Philipsen
op de bank in Sanremo,
en zette hem er niet in als kopman.
Dat was 125 punten.
Tel eens het verschil, Jean?
99, hè. Dat hoef ik
jou niet te vertellen.
Voilà. Je was erop en erover gegaan.
Maar gedane zaken nemen geen keer.
Het is wel straf
dat de minst bekwame
op het gebied van koers wint.
Je ziet toch wat de stand is, Dirk?
Ja, maar moet ik je helpertjes
opnoemen? Nee toch?
Breek me de mond niet open.
Hij heeft die cheatcodes
allemaal ingegeven.
Ik vond het wel straf.
Ik begon voor Mark te vrezen.
Ik ook.
En nu zie ik dat het verschil
zo enorm is.
Misschien moeten we een hertelling
van de stemmen vragen.
Kan ik klacht neerleggen tegen hem?
Ik verdenk Dirk er vooral van
voluit voor het charme-offensief
gekozen te hebben,
want wie laatste stond,
mocht zich natuurlijk
elke week mateloos populair maken
bij het publiek
door een prijs te overhandigen
of op zijn minst ervoor te zorgen
dat iemand gelukkig was.
Ik denk dat we je door hebben, Dirk.
Je bent volledig
voor het publiek gegaan.
Dan heeft er tenminste iemand
plezier in de zaal.
Wie doe je deze week een plezier?
Want je bent nog altijd laatste.
Euh… G21.
Wie is G21?
Pas op, dat is hier wel
een ferme prijs.
Waar is de G-rij?
Deze helm is er een van Lotto Dstny.
Daar.
– Daar, een van de jongens?
Alstublieft. We hebben een bijzondere
bril die we ook weggeven.
Daar staat een gravure in
van Wattage.
Het is geen gravure,
het is erop gezet.
Voilà. Die komt straks
jouw richting uit.
Bij deze is dat klaar en duidelijk.
Ik geef hem niet aan Jan, hè.
– Nee, want die is ermee weg.
Het is voor een sticker
die je erop geplakt hebt?
Nee, ik heb die er niet op gekleefd.
– Mag ik eens zien?
Ah, ja. ‘Wattage’ staat erop.
Zeg, onze redactie heeft ondertussen
niet stilgezeten.
Doorbraak van het voorjaar. Morgado:
105 punten in de Wielermanager.
Pithie 62.
Grégoire 39. Axel Laurance 31.
En Van Eetvelt 11.
Ik denk dat iedereen zich wel
bij het oordeel van de voorzitter…
Napoleon zelf.
Ja, qua gestalte…
Kan je eens heel even zo doen, Jan?
Ja, ja. Het is hem.
De reïncarnatie.
Wij snakken ondertussen
naar een nieuw verhaal.
Hopelijk geen promopraatje.
Dat verhaal brengt ons
bij Tom Boonen. – Echt?
Ik heb zoals elke week
serieus moeten nadenken.
Dan ben ik aan het denken, denken
en denken.
Er zijn een paar verhalen
die ik zou moeten brengen,
maar dan denk ik uiteindelijk
aan iets compleet anders.
Ik kwam er daarnet opeens op.
Het was slecht weer onderweg.
Links en rechts waren ze rare dingen
aan het doen met de auto.
Ik had in 2009 een Audi RS 4.
Ik ging vertrekken
naar de Ronde van Spanje,
en ik trainde in die periode
elke dag samen met Rob Peeters.
Van wie ik trouwens ook getuige was
op zijn huwelijk.
Wij zijn goede vrienden.
Rob was net aan het daten
met zijn vrouw.
We hadden mekaar
twee of drie keer gezien.
En ik ging vertrekken
voor drie weken.
Op een dag, toen we aan het fietsen
waren samen, vraagt hij aan mij:
Zou ik straks je auto
mogen komen halen?
Jij bent vanaf morgen toch
naar de Ronde van Spanje.
Dan zal ik daar wat meer rondrijden.
Maar eigenlijk was het gewoon om met
zijn vriendinnetje rond te rijden.
Ze gingen naar de cinema gaan.
Ik zei: Dat is goed. Pak maar mee.
Anders staat hij toch maar stil.
Een week later kreeg ik telefoon
in Spanje.
Wij staken soms wel
de draak met elkaar.
Tom, het is om te zeggen dat je Audi
een metertje korter is geworden.
Ik zei: Stop erover. Stop met
zeveren. Ik heb dat niet graag.
Ik draag goed zorg voor mijn auto.
Ja, het is toch echt gebeurd,
zei hij.
Ik stond stil aan het licht,
en er kwam een camionette afgereden,
en die had niet gezien dat ik stopte
voor het rode licht.
Patat.
En de radiator van die camionette
staat op je achterbank.
Dat was echt gebeurd.
Ik zei: Rob, je kunt één ding doen.
Ik ben normaal nog drie weken
of 2,5 weken weg.
Ik kom thuis, die staat op mijn
oprit, je ziet er niks meer aan,
en dan praten we er nooit meer over.
Gaan we dat zo doen?
Ja, we gaan het zo doen.
En effectief. Ik heb 2,5 weken
ook niet gecheckt hoe het zat.
Ik wilde er ook niks van weten.
Ik kwam terug thuis
na de Ronde van Spanje,
en mijn auto stond op de oprit,
compleet hersteld.
Er lag een kaartje op mijn zetel
met ‘Sorry’.
En dat was het.
Godverdekke.
Dus jij beweert dat Rob Peeters
ooit jouw Audi
gemassacreerd heeft.
Maar hij heeft er wel voor gezorgd
dat hij gemaakt was.
Op heel korte tijd.
Wat bijna onmogelijk is,
als je over de schade spreekt.
Maar het kan, wie weet.
We gaan het checken.
Wie gelooft het verhaal van Tom?
Steek uw hand in de lucht.
Tom is een publieksspeler, hè.
Die gelooft ondertussen iedereen.
We gaan het straks te weten komen,
of het waar of niet waar was.
Mannen, een heel voorjaar lang
heeft de vakkundige jury
van ‘Wielerclub Wattage’ zich,
en de mensen die geluisterd
en gekeken hebben, weten dat,
beziggehouden met straffe stoten
op te snorren
en uiteindelijk
een straffe stoot te verkiezen.
Vandaag volgt het finale oordeel,
ook het finale onderdeel:
de strafste stoot van het voorjaar.
Als een van mijn renners
een straffe stoot doet,
dan drink ik gewoon een glas.
Soms twee.
Maar nooit meer dan drie.
Anders is het beter
dat je een fles pakt.
Wat is de strafste stoot
van dit voorjaar?
We hebben de surfer van sporza.be
ingeschakeld
om een eerste selectie te maken.
Er zijn heel veel mensen
die gestemd hebben.
Meer dan 10.000 stemmen waren er
op die poll.
En we hebben de beste drie
overgehouden.
Deze drie straffe stoten staan in de
top drie, en jullie moeten oordelen.
Lars Daniels,
die belofte in de Arden Challenge,
pakt een paard bij de teugels
en levert het af.
Ellen van Dijk wint,
vijf maanden na de zwangerschap,
nadat ze mama is geworden,
al opnieuw een koers.
Die stond ook helemaal bovenaan.
En Sonny Colbrell,
samen met de buschauffeur…
Van Bahrein, is het zeker?
…verijdelt een fietsdiefstal,
jaagt dieven weg.
Zoals Jan Bakelants,
in zijn onderbroek kwam hij erop af.
Dat is echt gebeurd.
Die drie zijn de genomineerden.
Moeten we daar lang over nadenken?
Je bent nu geen juryvoorzitter.
– Hoe?
Ellen van Dijk. Ja.
Je hebt de autoriteit om mij
uit mijn functie te ontzetten?
Sowieso. Wist je dat nog niet?
– Dat is al gebeurd.
Ellen van Dijk, zegt Tom.
Ja. Dat is toch wel echt straf.
Dat paard is ook straf, maar dat
heeft geen… – Geen vergelijk.
Dat paard was niet zwanger, hè.
Was dat paard zwanger, Jan?
– Lars Daniels alvast niet.
Dus Ellen van Dijk, Dirk?
In Parijs-Roubaix
en in Luik-Bastenaken-Luik
leverde ze ook geweldig werk af.
Dat zijn dan de topklassiekers.
Ondertussen zijn er nog meerdere
tijdritoverwinningen bij gekomen.
Het is niet bij eentje gebleven.
Misschien is dat wel terecht.
Ellen van Dijk verkiezen we
tot strafste stoot van het voorjaar.
Er is eentje die daar een truitje
bij gaat winnen.
Wat een slecht geschrift heb ik.
Kylian…
Ja, Kylian.
De achternaam kan ik niet meer lezen.
Maar die vinden we nog wel.
Die krijgt een truitje
van AG Insurance.
Kylian Rigault, zegt men.
Die wint dit laatste gesigneerde
truitje van ‘Wielerclub Wattage’.
Voilà. Dat sturen we op.
Nu we toch in jurymodus zitten,
terug naar de koers,
naar het voorjaar bij de vrouwen.
De queen, Marianne Vos, wint
voor Kopecky en Longo Borghini.
Wat een machtige finale.
Aanval Kopecky. Aanval Kopecky.
– Daar gaat ze.
De wereldkampioene gaat
naar een tweede overwinning
in de Strade Bianche.
Pas op, Longo Borghini.
Je moet erover,
en zij gaat haar tweede
Ronde van Vlaanderen winnen.
Gaat Kopecky Parijs-Roubaix winnen?
Ze wint Parijs-Roubaix.
Het is binnen
voor de wereldkampioene.
Brown, opgelet.
Die gaat hard. Grace Brown.
Erop, over. Erop, rover.
Grace Brown, alsjeblieft.
Ja, een veel afwisselender
of spannender voorjaar,
door allerlei omstandigheden.
Soms vreemde keuzes,
maar ook finales die gesloten waren
of die op zijn minst spannend waren.
Maar wie is de renster
van het voorjaar?
Ik kan nog wel wat context geven
straks,
maar ik wil graag
jullie eerste oordeel.
Ik denk dat er weinig discussie
over is.
Is dat zo?
– Ja. Ik denk het wel.
Lotte was toch wel sterk
als wereldkampioene,
maar heeft er het hele voorjaar
gestaan.
Van in de UAE Tour,
tot in Luik-Bastenaken-Luik,
met wat goede wil.
Ook Parijs-Roubaix gewonnen.
De rest kan er niet genoeg
tegenoverstellen
om ze te bedreigen.
En ook gewoon alles gereden.
Overal bepalend geweest.
Ik geef het nog heel even mee,
gewoon voor de volledigheid,
want jullie moeten uiteraard
niet van gedachte veranderen.
Longo Borghini wint de Ronde
van Vlaanderen en de Brabantse Pijl,
ook een hele reeks ereplaatsen.
Vos wint de Omloop,
Dwars door Vlaanderen, en de Amstel.
Kopecky wint de UAE Tour, de Strade,
Nokere en Roubaix.
Erboven?
– Ja.
Als wereldkampioene ook, want de
ploeg van de regenboog is ver weg.
We gaan hier de twee
wereldkampioenen verkiezen,
dat is wel duidelijk,
meneer de juryvoorzitter.
Klopt volledig, Mark.
Ook heel veel diversiteit
in haar overwinningen.
De UAE Tour, waar ze bergop won
na een lange klim.
Dan de Strade Bianche,
ook een heuvelkoers.
En dan Parijs-Roubaix,
een kasseiklassieker.
Heel even nog.
Dat staat los van deze categorie,
maar het feit dat ze de UAE Tour won
na die beklimming,
vorig jaar ook in de Tour geweldig
presteerde op de Tourmalet…
En nu in Luik was het toch
net iets te veel.
Is dat de plaatsing op de kalender
na een lang voorjaar?
Ze zal een beetje moeten snoeien.
Ik heb haar gezegd: Snoei eens.
Die koersen zoals Nokere,
wij weten dat ze die kan winnen.
Laat die volgend jaar weg.
De Waalse Pijl in de week,
laat die weg,
en je zal meer reserves hebben.
Heb je een idee hoeveel wedstrijden
zij gereden heeft? – 15.
Dat valt nog mee.
Sowieso wel de meeste wedstrijden
bij de vrouwen.
Maar als je dat bekijkt…
Zelfs bij de mannen
zijn er weinigen die dat doen.
Dat is juist.
Ik denk wel dat we ons
een beetje verkijken
op die prestatie op de Tourmalet.
De koersomstandigheden zaten
geweldig mee.
Anders valt ze zelfs
uit de top tien, denk ik.
Ze had dan de gele trui, en…
Hoeveel verliest ze nog
tegen Vollering? – Drie minuten.
Ja, voilà.
Ik wil niet zeggen…
Het was fantastisch dat ze dat deed,
maar het zat mee.
– Alles was aanwezig.
Dat zou kunnen,
maar daarom dat ik dit jaar…
En ze gaat dat nu niet doen.
…de indruk heb dat als ze ooit de
Tour zou kunnen winnen, het nu is.
Omdat ze nog Vollering
in dezelfde ploeg heeft
en haar schaakmat kan zetten
door het ploegenspel.
Omdat ik vind dat er daarbuiten
momenteel niemand klaarstaat
van wie ik zou zeggen: die kan
in het rondewerk alles kapotrijden,
rijdt bij een andere ploeg
en is echt een bedreiging.
Van Vleuten is weg.
De jonge generatie…
Fem van Empel en Pieterse
zijn nog te groen.
Dus ja… Ergens vind ik het
een jammere keuze
dat ze niet naar de Tour gaat.
Maar ze rijdt natuurlijk
het baanprogramma op de Spelen.
Ja, ja. Je moet natuurlijk kiezen.
Ik begrijp
dat de olympische titel…
Maar ze kan dat eigenlijk ook
op de weg.
Ze heeft l’embarras du choix.
Maar ze gaat de twee doen.
– Ja, ze gaat de twee doen.
Of zou jij zeggen: dat baanprogramma,
daar dan olympisch kampioen worden…
Maar olympisch kampioen is toch
olympisch kampioen?
Ja, maar ja. Op het einde van de rit
de Tour winnen, is ook ongezien.
Tja.
Ik denk dat het olympische
kampioenschap, zeker bij hen,
nog hoger aangeschreven staat dan de
Ronde van Frankrijk, op dit moment.
Maar op de weg dan wel.
Maar de Ronde van Frankrijk winnen,
Mark, is toch iets te hoog gegrepen.
Onze jury mag beslissen, maar…
Het is niet zeker dat die kans
nog eens terugkomt
voor de Olympische Spelen.
Nee, natuurlijk niet.
Dat is de luxe van Lotte.
Ze kan alles en overal winnen.
We zijn afgeweken.
Renster van het voorjaar.
Juryvoorzitter?
– Lotte Kopecky.
Laat de muziek maar zitten.
– Oké, dat is duidelijk.
Belg van het voorjaar.
Dat is misschien wel…
– Philipsen.
Philipsen, zeg je?
Ja…
– Je kan er ook Kopecky bij zetten.
Ja, natuurlijk.
– Kopecky bedriegen, of wat?
Hè?
– How, Mark.
Altijd Kopecky.
Je kan maar één prijs winnen.
Oké goed. De juryvoorzitter wil
maar één prijs per persoon.
Een nieuwe regel,
nu pas ingevoerd door Napoleon.
De jury geeft hier geen commentaar
op. Jasper Philipsen.
Tom.
– Ja, ja. Ik ben helemaal mee.
De zegekoning voor de Belgen
is Merlier.
Ik werp het maar even op, hè.
– Maar Jasper wint Milaan-Sanremo.
Tweede in Roubaix.
Daar hoef je geen tekeningetje
bij te maken.
Die heeft een patat van een voorjaar
gereden.
Tim ook, hè. Dat is een winnaar.
Maar in de klassiekers is Jasper
toch beter, vind ik.
En winnen telt, hè.
Oké. Ik onthoud dat je
maar in één categorie kan winnen.
De winnaar is,
beste juryvoorzitter…
Jasper Philipsen.
Zeker? Allee vooruit,
Jasper Philipsen.
Ik dacht: ik zeg iets anders,
maar…
Hij wou zijn Mexicaan
weer bovenhalen.
Eén categorie nog, en dan gaan we
verder met het programma.
Pechvogel van het voorjaar.
Het zijn er veel geweest. Mark?
Ja, maar er is er één
die er voor mij uit springt.
En dat is Ruben Van Gucht.
Dat is nu de 10e opeenvolgende week
dat ik jou uitlach
terwijl je erbij staat…
En ik aanvaard dat allemaal.
Ja… Maar ik heb je toch
al zien huilen.
Ik had het eigenlijk
allemaal niet mogen doen.
Weet je wat het ergste is?
Ik weet wat er nu komt. En jij niet.
Inderdaad.
Mijn volgende bruggetje was:
je hebt naar de Ardennenklassiekers
gekeken.
Heb je daar nog veel inspiratie
uit gehaald?
Ik kan me al inbeelden
waar je de mosterd gehaald hebt.
Wij hebben daar ook naar gekeken,
en ik weet al wat er gaat komen.
Ik ook. Ik weet er zelfs
de kilometers nog bij.
Zij helpen mij inderdaad,
dames en heren,
door de kilometerstand door te geven
op het moment dat er een stommiteit
wordt gezegd.
Niet alleen door Ruben,
voor alle duidelijkheid.
Oké.
Dames en heren, ik zat vorige
zondag argeloos te kijken
naar Luik-Bastenaken-Luik
voor de vrouwen
toen ik plots wakker schrok.
Het ging over mij.
Nee, nee. Ik heb er geen schrik van,
van Mark.
De man zal ooit ook weleens
fouten gemaakt hebben, zeker?
Hij blaft wel, maar hij bijt niet.
Ik bijt niet.
– Ik ga een stapje achteruit.
Daar komt dan dadelijk
verandering in.
Mag ik weten waar?
– Zeker.
Ik wil van de gelegenheid
gebruikmaken
om te wijzen op de gevaren
van drankmisbruik.
Ik besef dat het decor
hier niet bijdraagt
tot de ernst van mijn uiteenzetting,
maar laat me even vertellen
wat er gebeurde
na de opname van ‘Wielerclub
Wattage’ van vorige dinsdag in Lier.
De jonge keerborstel hier naast mij,
en dan heb ik het niet
over Dirk De Wolf,
dronk een paar glazen en liet zich
vervolgens rijden, verstandig,
naar zijn hotel
in de buurt van Hoei.
Wat hij daar nog dronk,
vernamen we een dag later
van twee geloofwaardige getuigen.
Ja, Ruben met een Westmalle
voor zijn neus.
Nee? Was het geen Westmalle?
– Nee, nee, nee.
Het was toch een glas van Westmalle?
– Een Achel.
In een Westmalle-glas?
Nee, niet in een Westmalle-glas.
In een Achel-glas.
Het zal dan
zijn tweede geweest zijn,
want de foto die ik heb,
is in een Westmalle-glas.
Ja, dat klopt.
Enfin, zeg.
Wat delen die daar allemaal?
Zo komen we toch nog iets te weten.
Je hebt mensen die het promopraatje
voor jou doen.
Dat is natuurlijk
de vergevorderde versie
van wat jij net probeerde te doen.
Bij het begin
van de rechtstreekse uitzending
van de Waalse Pijl voor vrouwen,
‘s anderendaags,
horen we hoe zo’n wedstrijddag
er voor Ruben uitziet.
Een pintje drinken nog, wedstrijd.
Extra.
Ik had iets te veel gedronken.
– Inderdaad.
Maar dat zijn dus
de trieste gevolgen
van de overdaad van dinsdagavond.
Je doet alsof je geen kater hebt,
je denken dat je ermee weg komt,
maar je slaagt er niet in om
de eenvoudigste zinnen af te maken.
Anticiperen, maar met zo’n witte trui
en een regenboog
kan je natuurlijk niet…
Euh… Ja.
Veel doen.
Maar niet ongezien?
Ongezien, dat was het woord
dat ik zocht.
Dus het woord wat hij zocht,
was ‘ongezien’.
De volledige zin luidde bijgevolg:
Anticiperen, maar met zo’n witte
trui en een regenboog
kan je natuurlijk niet ongezien.
Nog een geluk dat hij er
niet op kon komen.
En het betert niet.
Onweer waarschijnlijk?
– Onweer, hè ja. Het is…
Enfin.
Enfin.
Enfin… Niet enfin,
want het bleef maar duren.
We hebben het bij de mannen
nog gezien.
Dat scheelde uiteindelijk, zelfs
voor iemand die helemaal vanop…
Vanuit…
Vanop het laatste vertrok…
Drank is toch verschrikkelijk, hè.
– Het is erg, Dirk. Het is erg.
Je vraagt je thuis af:
waarom neemt hij geen Dafalgan
of steekt hij geen Perdolan op?
Al vraag ik mij in dat laatste geval
wel af
hoe dat dan gaat
in zo’n kleine commentaarcabine
met Ine Beyen erbij.
Pijnstillers nemen de pijn weg
uit het hoofd,
maar ook een deel van de rest.
En dan krijg je dit.
Dit is de levenspartner
van Tadej Pogacar: Urska Zigart.
Tot… Toch voor zover wij weten.
– Ja, nog weinig… Ja.
Zonder de minste reden
vraagtekens zetten
achter de relatie van Pogacar?
Ja, dat is omdat ik onlangs
iets had meegemaakt.
In dezelfde context.
Het volgende verhaal komt van
Ruben Van Gucht, dames en heren.
Nee, ik kan er niet
verder over uitweiden.
Oké.
Pijnstillers, dames en heren,
nemen duidelijk ook de rem weg,
zoals we hier merken.
Ja, de echte toppers,
de Longo Borghini’s…
Wat een vrouw, als je daarnaast staat
bij zo’n startpodium…
Vrij impressionant, moet ik zeggen.
Het onderstel
dat die kan presenteren…
Benen.
– Ja, ja.
En ik denk dat de heer Van Gucht
bij zijn volgende huwelijksbezoek
in Kroatië
dit gaat meemaken.
Wij hebben op dit ogenblik
geen klank.
Mark Uytterhoeven, dames en heren.
Alstublieft.
Ja, jongens…
We hebben nog een verhaal van Wolfje
tegoed.
Ik stel voor dat we daar zo snel
mogelijk naar overschakelen.
Heb je het strafste voor het einde
bewaard, Dirk?
Ik moest vandaag naar de Ardennen,
gaan fietsen voor een Amsterdamse
grootmacht.
Wil je een merk noemen?
Jan is toch vlot bezig.
Ik zei gisteren:
Ik ga een dag eerder al
oprijden naar de Ardennen.
Dat is ver.
Van in Gent door Brussel file.
Dus ik zei: Ik vertrek rond drie
of vier uur in de namiddag.
Ik kom toe in Stavelot,
waar we sliepen.
De motards die ons begeleidden…
Als je zo’n toer doet,
Jan heeft dat al gedaan…
Ik ga bij die mannen zitten
en ik drink een pintje.
We zijn wat aan het lachen
en zeven over die ‘Wattage’
en over Ruben Van Gucht, over
Mark Uytterhoeven, over Bakelants,
over Boonen een stukje.
En het was een uur of één…
– ‘s Nachts? – Ah ja, tuurlijk.
Ik slaap niet voor halfeen, een uur.
En je kon je zinnen nog afmaken?
– En ik zeg tegen die mannen:
Kom, ik ga naar mijn bed.
Is hier een sleutel?
Die zit al op de deur.
Ik zeg: Dat is goed, hè.
Ik ga naar mijn deur. Nummer 12.
Ik kom binnen, doe het licht aan,
wie ligt er in mijn bed?
Dat geloof je nooit.
De Leeuw.
Johan Museeuw ligt in mijn bed.
Nee, dat is niet waar.
Dat moeten zij straks zeggen,
waar of niet waar.
Niet jij.
Ik leg me stilletjes neer,
ik heb hem niet gehoord.
Vanochtend sta ik op
rond kwart over zeven.
En die lag daar nog?
Ik ga me douchen,
en die ligt er nog.
Ik kom terug, en opeens vraagt hij:
Sta jij al op?
Ik zeg: Ja, Johan.
O, ah, ja. Dat is goed, Wolfje.
Dan ga ik me ook wassen.
Johan Museeuw lag op mijn kamer,
in mijn bed…
Jij komt nietsvermoedend
naar de Ardennen gereden…
Waar heb jij dan gelegen?
– Naast hem.
Moest ik in de zetel gaan liggen
misschien? Zo’n zeteltje.
Daar kan ik niet in.
Jij wel, maar ik niet.
Nu is het nog straffer. Je hebt in
één bed gelegen met Johan Museeuw?
Dat is zo… Ja, je weet wel.
– Afgelopen nacht?
Is dat zo erg misschien?
Ik heb altijd… Tom heeft ook nog
bij Johan geslapen.
Ik heb ook altijd
bij coureurs gelegen.
Ik heb ook nog in één bed gelegen
met Johan.
Ik heb hem niet wakker gemaakt.
En wij hebben vandaag een gezellig
ritje gedaan in de Ardennen,
in de sneeuw, regen en hagel,
en met een klein beetje zon.
Alles gehad.
– Zot verhaal.
Je hebt het beste
voor het einde bewaard.
Ja, bon… Gelooft er iemand
dat een nietsvermoedende Dirk De Wolf
‘s nachts zijn kamer
ergens in de Ardennen binnenstapt,
en dan blijkt er plots Johan Museeuw
in zijn bed te liggen?
Wie gelooft Dirk De Wolf?
Ja… Niet te veel.
Het is een bijzonder verhaal.
Toch het meeste
van alle afleveringen, denk ik.
Voor zijn verhaal? Ja, sowieso.
Mannen, één Belg won een monument
dit voorjaar.
Dat is ooit anders geweest.
Ik wil altijd mijn papieren wegnemen.
Zeg, wat ik altijd
heb willen zeggen… – Nee, nee.
Dat is ooit anders geweest, dat er
meerdere Belgen monumenten wonnen.
Dat hadden we te danken
aan veelvraten
als Merckx, De Vlaeminck, Van Looy,
Boonen, Museeuw, noem maar op.
Maar kennen jullie ook nog de Belgen
die één monument wonnen
in hun carrière?
Het is tijd voor de quiz van de week.
Dirk De Wolf.
– Wacht, wacht, wacht.
Belgen die één monument wonnen,
dat zijn er natuurlijk heel veel.
We moeten ergens afbakenen.
Eén monument per jaar?
– In hun carrière.
Dat is moeilijk.
Heb jij er elk jaar een?
Dat ben ik nu vergeten.
Ik weet het jaar nog, ja.
We beginnen te tellen vanaf 1992.
Het zal je niet verbazen waarom.
Sinds 1992 zijn er nog acht Belgen
geweest die in hun carrière,
voor sommigen
is die nog niet voorbij,
één monument hebben gewonnen.
Jullie krijgen 60 seconden.
Vansummeren.
– Vansummeren. – Inderdaad.
Stuyven.
– De Wolf.
Stuyven, De Wolf. Ja.
Van Aert.
– Ja.
Heeft Van Avermaet er twee?
– Eén. – Philipsen.
Philipsen en Van Avermaet ook.
Er zijn er nog twee.
Philipsen had jij?
Jullie zitten goed. Nog 45 seconden.
– Philipsen hebben we gezegd, hè?
Jullie hebben De Wolf, Vansummeren,
Van Avermaet, Van Aert, Stuyven
en Philipsen geraden. Nog twee.
Tom, jong.
– Nog twee, mannen.
Ah, ja. Frank Vandenbroucke.
– Ja, Luik-Bastenaken-Luik.
Heeft hij dat ook gewonnen?
– Sowieso. Nog eentje.
Van Lancker?
Van Lancker is ervoor.
Hij was voor ’92.
In welk jaartal?
Dat gaan opsparen voor de laatste 15
seconden. Ik wil Mark Vanlombeek…
Nick Nuyens.
– Godmiljaar. – Jaja.
We waren bijna aan Mark Vanlombeek.
Ook nog in dat rijtje,
maar dan voor 1992:
Van Lancker, Demol,
Wampers, Pollentier, Demeyer,
Walter Planckaert,
Herman Vanspringel.
Monseré ook eentje. Rosiers, Martens.
Enfin, we kunnen
nog een tijdje doorgaan.
Mark, er rest ons
nog een verhaal bij jou.
Het laatste verhaal van het tweede
seizoen van ‘Wielerclub wattage’.
Je hebt een aantal
waanzinnige verhalen verteld.
Ik herinner me nog de bitchfight.
Dat was natuurlijk
een geweldig verhaal.
We mochten dat niet langer…
– Nee, we gaan dat niet doen.
We hebben dat vorige week ook
afgesproken met de vrouw van Mark.
Het naaktstrand was ook wel goed.
Hij passeert daar volgende week nog.
Je zult volgende week waarschijnlijk
weer met Museeuw in een bed kruipen.
Maar goed.
Welk verhaal is het deze week?
Laten we zeggen dat in de jaren 80
de renners de belangrijke ritten
in de Ronde van Frankrijk
niet gingen verkennen.
Dat bestond gewoon niet. Ik ben
ermee begonnen als commentator.
Ik deed het samen
met Wouter Vandenhaute,
Jan Huys en Erik Watté…
Met de vier mannen van Woestijnvis.
Soms hadden we Jef De Schoenmaecker,
de bergknecht van Merckx mee.
Dat viel mee.
Hij kon dan dingen vertellen.
Soms was ook Paul D’Hoore mee.
Hij had toen nog niks
met geld te maken.
Hij moest wel altijd de pot
bijhouden als we weg waren.
Misschien heeft hij daar
de smaak te pakken gekregen.
Want het klopte nooit. En…
We gingen dus altijd met ons vier.
In de Renault Espace van mijn vrouw
gingen vier fietsen, vier renners
en vier sportzakken. We gingen…
In een auto?
– Ja.
We gingen de hele week
de belangrijkste cols beklimmen.
Het ging natuurlijk
stilaan rond in het peloton
dat er een commentator was
die die al cols gedaan had.
De renners verkenden het niet.
Op een bepaald moment
wandelde ik naar de start. Gewoon.
Je wandelt.
– Ja, maar naar de start.
Ik ging praten met de knechten
en Mark Vanlombeek ging dan praten
met Fignon of Lemond.
Dat ging allemaal.
Een mooie tijd.
– Ja, een gemakkelijke tijd.
Ik wandel dus gewoon naar de start.
De auto van 7-Eleven passeerde
met aan het stuur Noël Dejonckheere.
Hij is een klein anderhalf jaar
geleden gestorven.
En hij was sportdirecteur.
Hij riep: Mark,
stap eens in achteraan.
Ik deed dat en ik zat gewoon
achter de gele trui, Steve Bauer.
Die zit in die wagen?
– Ja.
Noël Dejonckheere zat aan het stuur
en de gele trui zat voor mij.
Het was mijn eerste Tour de France.
Sorry, mijn tweede, in ’90.
En Noël Dejonckheere zei: Ask him.
He knows anything about Le Bettex.
Want ze waren daar
nog nooit aangekomen.
Dat is in Saint-Gervais.
Dat is ook vlak bij
de plaats van het WK.
Ik kende die beklimming
en de renners niet.
En ik moest dus uitleggen
aan Steve Bauer…
Het was niet die dag, hè.
Het was twee dagen nadien of zo.
…welke pion hij moest steken.
Ik ben wel een redelijke
wielertoerist geweest,
maar natuurlijk nooit beroepsrenner.
Dus ik begon te vertellen…
Ik reed toen nog met een zes-pignon.
Ik stak die nog zelf in elkaar
met de kettingsleutels.
En ik begon hem helemaal
uit te leggen wat hij moest doen.
We kwamen aan met de auto
van de geletruidrager.
We rijden het plein op.
Alle Vlaamse journalisten
en de kranten…
Er waren er maar vijf of zes
in totaal.
Ook Mark Vanlombeek.
Die staan daar allemaal.
Ik stap met veel praat die auto uit.
Ik zeg tegen Steve: Yo.
De anderen zeiden:
Hier, onze snotneus.
Wat zit jij in de auto
van de geletruidrager te doen?
Ik zeg: Ja, hij had wat raad nodig.
Je kunt dat zeggen
met een arrogante rotkop.
En dus… Ik heb het verkennen
van onderdelen van Tourritten
die belangrijk kunnen zijn
uitgevonden als commentator,
voor de renners daar
ooit aan gedacht hebben.
Dat lijkt me straf.
Dat renners zelf
nog geen Tourritten verkenden?
Als je daar in de buurt woonde
natuurlijk wel,
maar de Vlaamse renners
gingen niet naar de Pyreneeën
om de cols eens te bekijken.
Dat niet.
Straf. We komen van die tijd.
Sorry, ik reed in die tijd.
Ja, dat is lang geleden.
– Die tijd…
Hoeveel cols ben jij
vooraf gaan verkennen, Dirk?
Ik… Geen enkele.
– Dat dacht ik.
Dat is al een argument voor
het verhaal van Mark Uytterhoeven.
Wie denkt dat het verhaal klopt,
steekt zijn hand in de lucht.
Hier, jongens. Voilà.
Ongeveer iedereen.
We gaan even vooruitblikken
naar wat er komt.
Waar kijken jullie nog het meest
naar uit in het komende wielerjaar?
Vooral even wat rust en dan het WK.
Ja, je bent een WK-man?
– Ja.
De Olympische Spelen.
– De Olympische Spelen en het WK.
Vooral het WK.
Liever het eendagswerk
dan het rondewerk?
Ik hoop dat Wout weer
zo snel mogelijk in orde is
en dat we daar een mooie ploeg
kunnen afvaardigen.
Ja.
En ook de Tour.
Dat zou echt…
Als die vier aan de start staan…
Pogacar, Vingegaard,
Evenepoel en Roglic.
Jan, ik zie je oogjes al blinken.
Ze waren wat gezwollen vandaag.
Ik weet niet wat er gebeurd is
op training?
Hij heeft een speciale training
gedaan.
Ik weet het niet. Ik ben nooit
hersteld van in die zee te liggen.
Juist. Dat speelt nog altijd op.
Een Tour met die vier kleppers
zou natuurlijk wat zijn.
Aan de andere kant leert de
geschiedenis ons dat het helaas…
Het gebeurt nooit.
Tegen dat we een week verder zijn,
schieten er nog één of twee over.
Heeft vooruitblikken
naar de Giro zin?
Ja, om te zeggen hoeveel de winnaar
zal voorhebben na vijf dagen.
Een grote kenner.
We hebben het vandaag gezien
in het klassement.
Ik heb tegen Jan al gezegd:
na vijf dagen staat Pogacar
drie of vier minuten voor.
Dan heeft hij nog 14 dagen om
te trainen in functie van de Tour.
Is het zo eenvoudig, jongens?
– Ja.
Euh… Ja. Pogacar kan natuurlijk
ook ziek worden.
Maar er zijn ook sterke sprinters.
We zullen misschien
een betere massasprint zien
in de Giro dan in de Tour.
Ik denk dat daar minder sprinters
zullen starten.
Jasper Philipsen zal waarschijnlijk
het laken meer
naar zich toe trekken.
We zullen iets spannendere sprints
krijgen in de Giro.
Dan kijken we daarnaar uit.
Tot slot nog een eervolle vermelding
voor mijn collega Ine Beyen.
INE: Hadden jullie niet ook nog
groot nieuws te melden?
Woensdag, hè. Kalm, Beyen.
Mij nog geen primeurs ontlokken
voor het woensdag is.
Ook nog een klein tipje
van de ‘luier’ oplichten?
Kijk, dames en heren,
die verwarring komt voort
uit een uitdrukking
die niet meer van deze tijd is.
Vroeger werd gezegd
tegen jonge vrouwen:
Eerst de sluier, dan de luier.
Niet omgekeerd.
Ben jij op tijd getrouwd?
– Euh, ja…
Lang verhaal. Straks.
Het laatste verhaal van deze reeks.
– Nee.
We waren wel heel blij
dat het jou is opgevallen, Mark.
Ine zei het zondag niet zomaar.
Het was heel doelbewust.
Het overkomt namelijk de besten.
Johan Terryn is voor ons
ter plaatse.
Johan, is er al een tipje
van de luier… Van de…
Ja, goed. Goed.
Jajajaja.
Dat mag je eigenlijk niet doen.
Over een grap alsof het een fout is.
Dat heb ik bij jou nog nooit gedaan.
Maar wacht tot de volgende reeks,
dames en heren.
Enfin, het neemt in ieder geval
niet weg
dat er wel degelijk
iets aan te kondigen was.
Zelfs iets fameus.
Woensdag 16 oktober. We kunnen
eindelijk zeggen welke dag het is.
Op woensdag 16 oktober gaan
alle remmen los met ‘Wattage’.
Een groot wielerfeest
in de Carré in Willebroek.
Iedereen mag daarnaartoe komen.
Er zijn dj’s, renners,
een rode loper…
Wij zijn ook aanwezig.
We maken er een feestelijk
wielerjaaroverzicht van
meteen na de Ronde van Lombardije.
Dan is het wielerjaar afgesloten.
U kan daarbij zijn:
www.wielerclubwattage.com.
U mag niet alleen,
maar u moet erbij zijn.
Is het zo voldoende benadrukt?
– Ik denk het wel.
En we gaan ook awards uitreiken.
Ja, dat wordt een feestelijke avond,
zoals ik zei.
Wie is de juryvoorzitter,
als ik vragen mag?
Daar moeten we na vanavond
even over nadenken.
Daar moeten we even over stemmen.
– Ik denk het wel.
We zijn ook blij, aan het einde van
deze reeks van ‘Wielerclub wattage’,
dat het officieuze
Vlaamse wielervolkslied
dit jaar weer
een revival heeft gekend.
We gaan het door de zaal
laten galmen, toch?
Iedereen kan het ondertussen
meezingen.
Misschien moeten we er
een technoversie van laten maken
voor de avond in de Carré?
Nu doet hij alsof het zijn idee is.
Had jij het gezegd?
– Daarnet, ja.
Ah, sorry.
Enfin, het officieuze
Vlaamse wielervolkslied.
Met dank aan Mark Uytterhoeven
en Mathieu & Guillaume.
* Die Pogacar behoort
tot een andere soort
* Dat mag dan wel zijn,
maar het is een spanningmoord
* En mag ik eens vragen
hoe zoiets kon?
* Wat doet zo’n auto daar
aan de kop van het peloton? *
Straks wint Jean nog.
* Het zit erop, het is gedaan
* Fini en voorbij
* Wij danken u, maar geen geschrei
* Wij zijn gewoon graag
heel lang vrij *
Tot in september.
* Rije, rije, rije,
stoempe, stoempe, stoempe
* Rije, rije, rije, uit de weg
* Loempe
* Rije, rije, rije,
stoempe, stoempe, stoempe
* Rije, rije, rije, uit de weg
* Loempe *
Dirk De Wolf, heb jij voorbije nacht
het bed gedeeld met Johan Museeuw?
Ja.
Wow, straf.
En weinigen die dat geloofden.
Allee, Mark.
Heb jij het verkennen van Tourritten
uitgevonden?
Ja, ik zat bij Steve Bauer
en ik heb hem raad gegeven.
Ik moet er ook bij zeggen:
die dag van Le Bettex was hij
‘s avonds zijn gele trui kwijt.
Jan Bakelants, heb je afgelopen
weekend je telefoon genomen
en naar Tom Boonen gebeld?
– Nee.
Dat is dus weer verzonnen.
– We hebben niet gebeld.
En dan: Tom Boonen, heeft Rob Peeters
ooit je wagen een metertje kleiner
laten maken
om hem twee weken later
weer vlekkeloos af te leveren?
Helemaal waar.
– Dat is niet waar. Echt?
Onwaarschijnlijk.
Een geweldig applaus
voor deze vier musketiers.
Uw applaus voor Dirk De Wolf,
Mark Uytterhoeven,
Jan Bakelants en Tom Boonen.
* Rije, rije, rije,
stoempe, stoempe, stoempe
* Rije, rije, rije, uit de weg
* Loempe
* Rije, rije, rije,
stoempe, stoempe, stoempe
* Rije, rije, rije, uit de weg
* Loempe *
Mensen, dit was seizoen 2
van ‘Wielerclub wattage’.
We gaan nu even collectief
aan de zuurstoffles.
We komen in september terug
voor het WK wielrennen in Leuven.
Die show is helaas al volzet.
Op 16 oktober gaan we
iets heel speciaals doen.
Www.wielerclubwattage.com.
Geniet van de koers en van het leven.
Tot de volgende keer. Byebye.
* Rije, rije, rije,
stoempe, stoempe, stoempe
* Rije, rije, rije, uit de weg
* Loempe
* Rije, rije, rije,
stoempe, stoempe, stoempe
* Rije, rije, rije, uit de weg
* Loempe *

14 Comments

  1. Bedankt weer, mannen! Graag volgend jaar wat meer aandacht voor de koers zelf. Al die aandacht voor versprekingen en taalkundige fratsen van commentatoren zijn leuk voor een keer, maar daar stem ik niet voor af, maar het zijn zap-momenten. (Sorry Mark U.)

  2. Zalig. Echt altijd weer uitkijken naar de afleveringen….goed gelachen, vooral met den Uytterhoeven 😅
    Echt een goede cast, die mannen passen goed bij elkaar….

  3. Wie was nu de pechvogel van het jaar??? Want Ruben kiezen was toch niet gemeend, of wel? Soit, voor mij toch Wout ze…

  4. Altijd ammusand WW , al vind ik het wel jammer dat de winnaar van de UAE tour weinig of geen vermelding heeft gekregen. Alsof er elk jaar een belg de UAE tour wint . Persoonlijk vind ik dit een heel straffe toer die Lennert gedaan heeft , en vooral de manier waarop die dat gedaan heeft vond ik weergaloos ! Daar zaten toch grote kanonnen in dat peleton …
    Ik kijk uit naar seizoen III van WW 😀

  5. Ik geloof niet dat Jonas naar de tour gaat. Merijn heeft al gezegd dat hij alleen gaat als hij een serieuze kans heeft om te winnen.

  6. Waarschijnlijk ligt het aan mij, maar "doorbraak van het jaar" en "nieuwkomer van het jaar" zijn toch twee totaal verschillende zaken? Voor mij was Jorgensen de doorbraak van het jaar. Iedereen wist dat hij iets kon, maar had nog maar 2 koersen gewonnen in zijn carriere. En bij nieuwkomer Morgado verkiezen boven Pittie is belachelijke scorebord journalistiek. Pittie was de enige die Pedersen en Vanderpoel kon bijbenen. En dat in verschillende koersen. Morgado, steengoeie renner, maar ik kleurde nooit de finale.

  7. Sorry maar Morgado boven Pithie zetten, dan ben je mij toch wel even kwijt. Pithie won ook al vroeg de Cadel Evans Great Ocean Road tegen geen pannenkoeken.

  8. Hoezo is er bij "koers van het voorjaar" niet gedacht aan de enorm spannende vrouwenwedstrijden? Bij de 3 mooiste wedstrijden van dit voorjaar staat geen mannenkoers. Maak dan een aparte categorie voor vrouwenkoersen als je het over de beperkte spanning bij de mannen wil hebben.

  9. Enige nadeel van Wielerclub Wattage? Ik loop de hele dag met "Rije rije rije, stoempe stoempe stoempe, uit de weg, loempe" in m'n hoofd

Write A Comment